Er liggen allerlei klusjes op je te wachten. En je denkt, morgen kan dat ook nog wel. E-mail wegwerken, foto’s sorteren, kleding uitzoeken, een offerte of een verslag schrijven. Persoonlijk heb ik op momenten in min of meerdere mate en in verschillende vormen last van uitstelgedrag. Herken je dit? Ik merkte bij wat ik nog te doen heb ik ruimte en rust in mijn hoofd nodig heb. Hoe maak ik het hanteerbaar? Ik ging opnieuw te rade bij Benedictus.
We spreken over ‘uitstelgedrag’. Benedictus benadert het positief en noemt het ‘De kunst van het beginnen’: lukt jou dat? Of ervaar je met regelmaat dat je wilt uitstellen of weerstand voelt? Benedictus geeft aan: hoe meer tijd er zit tussen het voornemen om iets te doen en het daadwerkelijk beginnen, de kans groter is dat er weerstand ontstaat. En dan heb je een keuze: je geeft toe aan je weerstand of ergens geen zin in hebben en begint met iets anders, of je negeert de weerstand en gaat aan de slag. Hierover in discussie gaan met jezelf kost veel energie.
Uiteindelijk moet het toch gebeuren. Ik merk dat het helpt om in beweging te komen en doen waaraan ik mijzelf heb verbonden op dat moment. In het klooster zou je op het moment dat je de actie zou starten de klok horen luiden. Je zou in beweging komen, en je op dat moment verbinden aan wat je je hebt voorgenomen. Daar niet meer over nadenken, maar gaan of doen. Op deze manier kost het nadenken over wel of niet doen geen extra energie.
Een paar voorbeelden die mij helpen om dit toe te passen deel ik graag met je.
‘Geen tijd tussen het voornemen en het doen’: Dit betekent dat ik bijvoorbeeld om 10 uur mij heb voorgenomen om een verslag te schrijven. Wat ik eventueel daarvoor wil doen, doe ik daarvoor. Ik zorg voor een kopje thee, zet een muziekje aan en ben om 10 uur klaar om te beginnen. Zie het als de klok in het klooster. Een heilig momentje voordat je start.
‘Weerstand voelen en een discussie met mijzelf voeren’: Ik beeld mezelf in hoe tevreden, blij of voldaan ik ben als iets klaar is. Stephen Covey zegt ‘Begin met het einde voor ogen’. Ik mag mijzelf motiveren met een aantrekkelijk gevoel en laat geen ruimte voor discussie en weerstand. Soms moet ik het kind in mezelf even het zwijgen opleggen.
Andere tips:
‘Beloon jezelf als je taken klaar zijn’: Een kleine beloning is fijn. Gun jezelf dat momentje op de bank met een boek of een serie als het klaar is. Wat voor jou goed is. Dat voelt veel beter dan wanneer je dat ook doet, maar weet dat er nog werk ligt te wachten.
‘Tijd vrijhouden voor iets onverwachts’: Je krijgt onverwacht bezoek of iemand heeft je echt even nodig. Je wordt als waardevol gezien als je daar even tijd voor kunt maken. En iedereen begrijpt ook wanneer je op een bepaald moment zegt dat je weer aan het werk wilt en het dus niet onnodig rekt.
Een eenvoudige to-to lijst kan behulpzaam zijn. Er zijn handige appjes voor, maar op papier of in een schriftje werkt ook. Ontdek wat bij jou past.
En als laatste: gun jezelf soms tijd om niets te doen. Het is super waardevol. Het geeft rust en soms ook nieuwe inzichten. Niets doen is een belangrijke activiteit. Daarnaast gun ik je het voldane gevoel aan het einde van een dag en nieuwe motivatie voor morgen omdat je weet wat dan op de planning staat haalbaar is.
Dit is de vierde van een serie blogs waarin ik jou mijn dagelijkse uitdaging wil spiegelen aan het Benedictijnse kloosterleven. Wil je meer weten, dan adviseer ik de boeken ‘Een levensregel voor beginners’ van Wil Derkse en ‘Benedictijns timemanagment’ van Denise Hulst te lezen. En als je het moeilijk vindt om dit toe te passen, dan maak ik graag tijd om eens een wandeling met je te maken en naar je te luisteren.